Wat zijn bevers?

Bij Scouting heten kinderen van 5 tot 7 jaar Bevers. De Bevers herken je aan hun rode blouse. En zodra je geïnstalleerd bent mag je natuurlijk ook je groen-gele das dragen!

Bevers houden vooral van spelen. Spelen in de natuur, sportief spelen, toneelspelen en samen spelen. Spelenderwijs ontdekken ze de wereld om zich heen en daarvoor hoeven ze niet op reis. In het dorp Hotsjietonia is genoeg te beleven. Wij hebben een eigen lokaal, waar de kleur rood natuurlijk de boventoon voert.

Bevers spelen in een groep van ongeveer 10 kinderen. Bevers hebben hun eigen gebruiken. Ze worden Bevermanieren genoemd. Bevermanieren liggen echter niet vast. Ze zijn speels en bevorderen vooral het groepsgevoel. Zo leren de Bevers spelenderwijs samen te werken.

Speltakfiguren

De bevers spelen in een fantasiewereld, in een dorp dat Hotsjietonia genoemd wordt.

Hotsjietonia heeft veel vaste bewoners. Stuiter vervult de hoofdrol in het thema. Ook Fleur Kleur en haar dochter Keet Kleur, Bas Bos en Rebbel, Stanley Stekker, Steven en Sterre Stroom, Noa, Rozemarijn en Professor Plof wonen in Hotsjietonia.

Stuiter is een 6 jarig kind en de hoofdfiguur in de verhalen over Hotsjietonia. Stuiter heeft geen eigen huis in het dorp. Stuiter is dol op spelletjes en houdt ervan om lekker actief bezig te zijn. Stuiter is altijd vrolijk (soms een beetje te enthousiast) en voor iedereen een echte vriend!

Bas Bos is een sterke boswachter, die samen met zijn vrouw Rebbel aan de rand van het bos woont. Hij is bijna altijd buiten, weet alles over de natuur en neemt soms gewonde dieren mee naar huis. Bas neemt graag de leiding en is ook wel makkelijk uit de tent te lokken.

Rebbel is getrouwd met Bas Bos. Rebbel is een boerendochter die veel kletst en alles over iedereen weet. Een geheim bewaren, vindt ze moeilijk. Ze is gek op dieren en verzorgt veel van de gewonde bosdieren die Bas mee naar huis neemt.

Noa Noa heeft donker lang golvend haar en ziet er een beetje oosters uit, ze maakt graag nieuwe vrienden. Je kunt bij haar ook lekker uitrazen of uithuilen. Noa is af en toe wel een beetje dromerig. In en om haar huis liggen overal kussens waar je lekker uit kunt rusten en niks hoeft te doen. Noa leest graag en doet aan yoga.

Stanley Stekker is stiekem een beetje verliefd op Noa. Stanley is de technische man van Hotsjietonia. Hij is gek op cijfers, schema’s en berekeningen. Overal probeert hij constructies voor te maken en originele oplossingen te verzinnen. Sleutelen, puzzelen, knutselen, computeren of bouwen, van robots tot afstandsbedieningen, hij is altijd bezig. Soms is hij een beetje verlegen of let hij teveel op details. Aan het huis van Stanley zie je meteen dat er een uitvinder woont. Gelukkig zijn alle gevaarlijke dingen goed opgeborgen.

Rozemarijn is bijna altijd in de tuin te vinden. Of in de keuken, daar maakt ze lekkere hapjes voor haar man, professor Plof. Rozemarijn weet alles over veiligheid, en dat is maar goed ook, met professor Plof in de buurt. Ze is een leuke, gezellige en praktische vrouw. Ze is dol op bloemen, planten en koken en vindt het leuk als je op bezoek komt in haar boerderij. Ze helpt kinderen met het uitvoeren van hun plannen en is goed in improviseren. Ze kan soms wel een beetje overbezorgd zijn.

Professor Plof doet het liefst de hele dag door proefjes. De kas in de tuin van de boerderij heeft hij ingepikt voor zijn experimenten. Hij is de verstrooide professor met warrig haar en een witte jas. Professor Plof kan je helpen als je een oplossing zoekt voor een probleem. Hij ziet alleen niet altijd de gevaren in van zijn experimenten. Soms gaat er wel eens wat mis, maar Rozemarijn zorgt er dan voor dat het toch nog goed afloopt.

Keet Kleur is een tiener. Keet is een echte kunstenaar: ze is vrolijk en er zit allemaal verf op haar kleding. Voor het dorp maakt ze de mooiste dingen en versieringen. Keet kan in haar creativiteit en enthousiasme ook wel een beetje ondeugend of brutaal zijn. Zij woont in huis bij haar moeder, Fleur.

Fleur Kleur is de moeder van Keet en vertelt graag verhalen waarvan je nooit weet of ze nu wel of niet echt gebeurd zijn. Haar fantasie gebruikt ze ook voor haar eigen toneelstukken met prachtige kleding en decors en ze naait haar eigen kleding in haar naaiatelier.

Sterre Stroom is een stoere vrouw die houdt van kamperen en reizen. Ze gaat regelmatig op avontuur. Speurtochten lopen vindt zij het leukste om te doen. Ook op het water weet ze de weg te vinden. Ze heeft stapels fotoboeken van de verre reizen die ze gemaakt heeft en waar ze graag over vertelt. Sterre woont samen met haar broer Steven op een boot.

Steven Stroom woont samen met zijn zus Sterre op een boot. Hij kan goed kaart en kompas lezen en zet graag speurtochten uit. Vaak is Steven bang (hoogtevrees, bang in het donker), maar als zijn vrienden hem helpen, durft hij toch nog veel. Steven slaapt in een kooi met gordijntjes ervoor, zodat zijn zus geen last heeft van zijn bednachtlampje.

Installeren

Ongeveer twee keer per jaar installeren wij nieuwe Bevers. Op dat moment leggen bevers de Bever-eed af. Gelukkig hoef je deze niet uit hun hoofd te leren, want de leiding zegt het voor. In je nieuwe rode blouse (of trui), met je linkerhand op de vlag en je rechterhand in saluut (twee gekromde vingers omhoog, net als bevertandjes) zeg je:


Ik beloof mijn best te doen een goede Bever te zijn.
Samen te spelenen samen te delen.


Daarna krijg je een eigen das, spelden we het groepslogo en het naambandje op je rechtermouw en het installatieteken op je linkerborstzak en het beverteken op je rechterborstzak. Vanaf dat moment ben je een echte Bever. Iedereen die bij Scouting is weet dan dat ze jou de linkerhand kunnen geven (van mijn hart naar jouw hart) en omdat er een nieuwe Bever “geboren” is eten we beschuit met muisjes. Vanaf het moment dat je geïnstalleerd bent verwachten we dat je in je complete uniform naar de opkomst komt.

Openen

De Bevers zingen een lied bij de start van de opkomst. We staan dan met z’n allen in een grote kring en houden elkaars handen vast. Het lied gaat als volgt:

Wij zijn de bevers
En zingen dit lied
Het liefst lekker hard
Anders hoor je het niet

Wij gaan samen spelen
Dat doen we zo graag
Want wat we gaan doen
Doen we samen vandaag

Ik dans en spring
Ik stuiter en ik zing

Wij zijn de bevers
En zingen dit lied
Het liefst lekker hard
Anders hoor je het niet

Wij gaan samen spelen
Dat vinden we fijn
Wat is het toch leuk
Om een bever te zijn!

Daarna mogen een paar Bevers onze rode kist openen. Hierin zit altijd een aanwijzing wat we deze keer gaan doen. Sommige kinderen weten het al. Hun ouders hebben dan op onze pagina naar het programma gekeken. Je kan hier klikken om te kijken wat we binnenkort gaan doen.

Sluiten

Ook als het tijd is om naar huis te gaan zingen de bevers een lied. We gaan dan weer in een kring staan. Dit is het lied dat we zingen:

Wij zijn de bevers
En zingen dit lied
Het liefst lekker hard
Anders hoor je het niet

Maar nu zijn we klaar
Tot de volgende keer
Dan zien we elkaar
En dan zingen we weer

Ik dans en spring
Ik stuiter en ik zing

Wij zijn de bevers
En zingen dit lied
Het liefst lekker hard
Anders hoor je het niet

Maar nu zijn we klaar
Tot de volgende keer
Dan zien we elkaar
En dan zingen we weer

Overvliegen

Bevers zijn kinderen in de leeftijd van 5 tot 7 jaar. Nadat je 7 jaar bent geworden kan je overvliegen naar de volgende speltak, de welpen. Als je overvliegt hoef je nog niet de groene blouse van de welpen te hebben, dat is pas nodig als je bij de welpen geïnstalleerd wordt. De beverleiding zal je ouders informeren wanneer het moment is aangebroken dat je mag overvliegen.

Beverpost

Als je Bever bent krijg je een eigen Scouting magazine. Dit blad staat vol leuke spelletjes en verhalen.

SCOUTS-visie

Onze programma’s en alle opkomsten zijn opgebouwd volgens de SCOUTS-visie. Natuurlijk zijn alle elementen aangepast op de belevingswereld van de Bevers.
Samen stappen we met veel plezier op de wereld af, dat verbindt ons onderling. Dit staat voor de betrokkenheid die we als scouts hebben met de maatschappij, voor de onderlinge verbondenheid die we als scouts over de hele wereld met elkaar voelen en voor het internationale aspect binnen Scouting.
Code en traditie zijn onze basis, de wet en belofte onze waarde. Onze normen en waarden (onze ‘spelregels’), onze ceremoniën, dat Scouting een fundament heeft, en de bezinning op wat en waarom je de dingen doet.
Outdoor staat voor avontuur, een ontdekkingstocht in de natuur. Hiermee wordt het buitenleven bedoeld, de natuur niet alleen als de omgeving waarin we ons spel spelen, maar ook als opvoedende waarde.
Uitdaging zoeken we in alles om ons zo te ontwikkelen tot zelfstandige scouts. Het spel wordt ingezet voor de persoonlijke ontwikkeling van scouts. Scouting is niet alleen een plezierige vrijetijdsbesteding, het biedt ook mogelijkheden om jezelf te ontwikkelen, steeds weer je grenzen te verleggen.
Teamgevoel haalt het beste uit onszelf. Daarom zijn we trots op elkaar.
We werken in subgroepen (oud leert jong), de toenemende zelfstandigheid van de
jeugdleden en afnemende begeleiding, rekening houdend met de mogelijkheden van de kinderen.
Spel en creativiteit helpen ons de verschillende talenten van scouts te benutten. Het scoutingspel zelf, de veelzijdigheid erin, de thematiek en het aanspreken op de creativiteit (zowel in fantasie als het creatief zijn in oplossingen bijvoorbeeld) zijn vast onderdeel van de opkomsten.

Links